Watergebonden Fysiotherapie, ofwel Hydrotherapie is primair gericht op oefenen in water maar omvat ook hands-on technieken. Het gaat hierbij om een aantal van de hieronder genoemde methoden omvatten, maar ook gewrichts-mobiliserende of stretching technieken, of andere passieve ontspanningstechnieken, loop- of posturale re-educatie. Alle technieken kunnen worden gecombineerd, afhankelijk van de individuele doelstellingen.
Om specifieke fysieke of functionele doelen te bereiken, kunnen Hydro-therapeuten kiezen uit een aantal concepten (methoden of technieken). Bekende concepten uit Europa zijn Water Specifieke Therapie (WST) en de Bad Ragaz Ring Methode (BRRM, uit 1955). In de Verenigde Staten werden Deep Water Running (DWR) of Aquajogging (1970) en Watsu (begin jaren 1980) ontwikkeld. Recenter werd Ai Chi ontwikkeld in Japan (1993).
De selectie van de concepten is gemaakt op basis van de beschikbaarheid van cursussen, informatie op het internet en de beschikbare informatie in recente Amerikaanse literatuur over hydrotherapie.
Water Specifieke Therapie (WST)
Water Specifieke Therapie (WST) is HET belangrijkste watertherapie-concept in de wereld, opgenomen in meer dan 50 gepubliceerde artikelen. WST bestrijkt het hele ICF-spectrum, inclusief een van de belangrijkste onderwerpen in revalidatie: valpreventie. Het is een hydrotherapie-methode met elementen van het Halliwick 10 punten-programma. Halliwick wordt gebruikt als vooropleiding voor oefeningen die gebruik maken van de vloeistofmechanische eigenschappen van water. Het Halliwick tien-punten-programma werd ontwikkeld door de ingenieur James McMillan. De eerste 6 punten werden door hem beschreven als pre-training, d.w.z. een patiënt leren te durven vallen en in staat te zijn op te staan. Deze punten hebben te maken met zelfredzaamheid in het water als basis voor therapietrouw aan oefeningen en activiteiten die een patiëntspecifiek probleem aanpakken, gebruikmakend van eigenschappen van een watergebonden omgeving. Sommige van deze eigenschappen houden verband met vloeistofmechanica: gebruik van stromingsomstandigheden (turbulentie), transmissiegolven en metacentrische effecten (gebruik van de verandering van de zwaartekracht en door het drijfvermogen veroorzaakte koppels).
De ontwikkeling van WST begon in 1974 toen McMillan werd gevraagd een hydro-therapeutische onderzoeksgroep op te richten in het medisch centrum van Bad Ragaz en het aangrenzende revalidatiecentrum “Kliniken Valens”, in Zwitserland. Hij en de fysiotherapeuten in de groep ontwikkelden oefeningen die werden beschreven in het Duitse boek “Wasserspezifische Therapie und Training”, geschreven door Urs Gamper, een van de leden van de onderzoeksgroep. Dit boek is gemoderniseerd tot de huidige website: Water Specific Therapy .
Reeds Noh (2008) gebruikte de voorbereidings-training om verder te gaan met Ai Chi en Kwon (2010) om verder te gaan met een hindernisbaan. Waar zwemmen binnen kindergeneeskunde veelal een voortzetting is van het 10 punten programma, ligt bij hydrotherapie voor volwassenen de focus op houdingscontrole (bij valpreventie) meer voor de hand. Dit blijkt ook uit de geciteerde literatuur. WST is uitgebreid beschreven in het boek Comprehensive Aquatic Therapy van Lambeck & Gamper (2011) en dit hoofdstuk is samen met de publicatie van Noh in 2008 de aanleiding geweest om WST op te nemen in de Nederlandse richtlijnen voor de behandeling van beroertes.
In 2018 is het Duitse boek “Wasserspezifische Therapie” verschenen van Katharina Kastner. Dit boek behandelt diepgaande beschrijvingen van alle elementen die tot WST en Halliwick behoren. Zie het boek: “Wasserspezifische Therapie”
De keuze voor WST (oefeningen en activiteiten) is het resultaat van een klinisch redeneerproces waarin, mede op basis van extern bewijs, gekozen wordt voor hydrotherapie als de beste interventie voor een bepaalde patiënt met (meestal) een bepaald neuromusculoskeletaal probleem.
Wanneer de interventie activiteit van de patiënten vereist en de doelen op het functieniveau van ICF liggen: WST heeft bewezen klinisch relevante resultaten op te leveren bij bijv. neurologische patiënten (Vivas 2011, Scarano 2012, Tripp 2013, Zhang 2016, Terrens 2020). Een klinische vraag bij WST zou kunnen zijn : “kunnen metacentrische effecten gebruikt worden om centrale stabiliteit te trainen bij een ataxische patiënt”? Misschien nog belangrijker is dat de gecombineerde aanpak van WST en originele Halliwick groepsactiviteiten perfect passen in het hedendaagse kader van neuroprotectieve oefeningen: een combinatie van aanhoudende fysieke activiteiten en omgevingsverrijking waarbij bv. executieve functies worden uitgedaagd en neuroinflammatie wordt aangepakt. Ook (an)aerobe principes kunnen worden meegenomen: spierkrachttraining, sensorimotorische lenigheid, cardiovasculair uithoudingsvermogen/gezondheid.
Kijk voor meer informatie over Water Specifieke Therapie (WST) op de website van IATF.
De Bad Ragaz Ring Methode (BRRM)
De Bad Ragaz Ring Methode heeft een lange geschiedenis van aanpassingen aan de stand van de techniek in watergebonden proprioceptieve neuromusculaire facilitatie. Oorspronkelijk gebaseerd op PNF, werden vloeistofmechanische elementen toegevoegd om BRRM aan te passen voor hydrptherapie. Het sleutelelement is de activering van spieren in (myofasciale) ketens als voorbereiding op functionele activiteiten in het water en op het land. Recentelijk zijn principes van fine tuning van de spiern, PNF technieken en trainingsfysiologie opgenomen. Ook concepten als functionele kinetica en core stabilisatie zijn een onderdeel van hedendaagse BRRM, en toegepast op het werken met neurologische, orthopedische en reumatische populaties. Zie de BRRM website voor meer informatie.
Voorbeelden van hedendaagse onderwerpen die in de cursus aan bod komen zijn:
- Omkeringen van antagonisten: Omkeringen verhogen de kracht veel meer dan contracties in één richting
- combinatie van isotonics: de excentrische component is zeer belangrijk om ontstekingsreacties in o.a. de spieromhulling in evenwicht te brengen
- proprioceptieve discriminatietraining in een omgeving waar pijn “onder de radar” is, om neuro-inflammatie te beïnvloeden; bv. bij lage rugpijn
- driedimensionale bewegingen zijn essentieel voor een goede mechanotransductie, gebruik makend van fascia-eigenschappen
- tensegrity van intramusculaire fascia kan getraind worden door soepele variabele contracties en draagt bij aan de veerkracht van de fascia
- klinisch redeneren met casus-gerelateerde scripts
Deep Water Running (DWR)
DWR is een techniek waarbij cliënten, meestal ondersteund door een specifiek apparaat – wetbelt of aquajogger – door diep water lopen of rennen. De achterliggende gedachte is om een zo groot mogelijk frontaal vlak te gebruiken om maximale dynamische weerstand (impendantie) te bereiken. Dit is de basis van cardiovasculaire/pulmonale training, in het algemeen gericht op aërobe conditionering. DWR is geen “typische” toepassing in de hydrotherapie, maar veel cliënten die met fysiotherapie behandeld worden hebben een beperkt uithoudingsvermogen / aerobe conditie. De hydro-therapeut moet in staat zijn om de verminderde belastbaarheid van deze cliënten af te stemmen op de juiste toepassing van de externe belasting met behulp van DWR.
DWR (en vele andere hydrotherapeutische technieken) zijn voorbeelden van technieken die zowel in de hydrotherapie als bij hydrotherapie-oefeningen kunnen worden toegepast. Het bewijs voor de waarde van aërobe conditionering in water is enorm. De methode is niet zo belangrijk, zolang de (ACSM) regels voor cardiovasculaire conditionering maar worden nageleefd.
Watsu
Watsu is ontstaan uit Zen-Shiatsu in het water en is begonnen als een wellness-techniek. De cliënt (of ontvanger) is volledig passief en wordt door de beoefenaar (of gever) zachtjes door het water bewogen. Het doel is om meridianen te strekken en de energiestroom in het lichaam in balans te brengen. Dit betekent dat de cliënt de neiging heeft zich (diep) te ontspannen. Verschillende redenen kunnen deze diepe ontspanning verklaren, een belangrijke is waarschijnlijk het effect op het autonome systeem via cutane en kinesthetische afferente informatie.
Door passieve beweging toe te passen op een cliënt kan de visco-elastische stijfheid van het bindweefsel in arthrogene, musculotendinogene en neurogene weefsels worden aangesproken. Watsu wordt door cliënten zeer gewaardeerd en beoefenaars claimen een grote hoeveelheid gezondheidsvoordelen. Het bewijsmateriaal is echter beperkt met slechts een paar klinische studies. Vanwege de hoge waarde bestaan er wereldwijd veel variaties.
Klinische Ai Chi
Klinische Ai Chi is Ai Chi, die gebruikt wordt om een patiënt specifiek probleem op te lossen. Dit betekent meestal dat het wordt aangepast aan de mogelijkheden van een persoon met een bewegingsapparaat en/of neurologisch probleem. De elementen van Klinische Ai Chi moeten passen in een op maat gemaakt behandelprogramma en het resultaat zijn van een klinisch redeneerproces. Ai Chi is een houdingsactiviteit waarbij verplaatsing van het zwaartepunt, reiken met de armen, ondersteunende activiteit van de benen en voortdurende concentrische -excentrische contracties kenmerken zijn bij o.a. de categorieën “Neuromusculoskeletale – en bewegingsgerelateerde functie (b7)” en “Mobiliteit (d4)” van de ICF (International Classification of Functioning, Disability and Health). De meeste van deze kenmerken houden verband met statische – en dynamische evenwichtscontrole en kunnen de motorische controle beïnvloeden om vallen te voorkomen
Klinische vragen kunnen dan zijn: “kan Ai Chi aangepast worden om heupstrategieën te vergemakkelijken bij patiënten met chronische lage rugpijn”, of “kan Ai Chi aangepast worden aan Parkinson patiënten om medio-laterale stabiliteit te trainen”.
Klinische Ai Chi is een verdiepende toepassing van de bekende reguliere Ai Chi kata’s, en opgenomen in het klinisch redeneerproces dat hoort bij het maken van keuzes in de (fysio)therapie. Voorbeelden zijn (naast de 2 hierboven genoemde):
- het focussen op reikende of kleine steunpunten in diverse kata’s
- faciliteren van heupstrategieën bij patiënten met b.v. voetproblemen (neuropathische voet)
- Verleggen naar de grenzen van reiken bij patiënten met een beperkte functionele reiktest
- literatuurverwijzingen; Johan lambeck is co-auteur van 5 studies in (Klinische) Ai Chi en van hoofdstukken in diverse leerboeken
- de toepassing op borstkanker lymfoedeem, ontwikkeld door Anne Bommer en Paula Geigle
- het opnemen van mindful principes met focus op proprioceptieve discriminatie
Deze en andere aanpassingen zijn uitgewerkt in Clinical Ai Chi en zijn te vinden op de Clinical Ai Chi website.